Woensdag 28 juli om 14.11 uur ziet de Nederlandse vrouw van de oververmoeide schipper geen andere oplossing meer dan hulp in te roepen van de Kustwacht (MRCC) Oostende als ze vanuit Frankrijk op 7 à 8 mijl uit de kust noordoostelijk van de Akkaert boei varen. Na bijna 34 uren onafgebroken aan het roer en diverse problemen aan boord van het schip is het uithoudingsvermogen van 2 koppige bemanning, die niet meer zo jong is, nagenoeg teneinde. De motor is defect en de giek is afgebroken en zeil gescheurd.
De Kustwacht merkt aan de melding dat het niet goed meer gaat aan boord en doet een noodoproep uit aan de Heli -bemanning en de VBZR. De golven op zee zijn ongeveer 5 meter hoog en het is windkracht 7 à 8.
De redders van de VBZR gaan met grote spoed ter plaatse en hebben ongeveer 20 minuten nodig om er te komen. De heli is inmiddels bij het schip, maar de bemanning ziet vanuit de lucht dat het geen makkelijke opdracht zal worden om bij deze zeegang en een slingerende boot met 2 masten een bemanningslid te laten afdalen.
Als de reddingsboot ter plaatse is wordt allereerst een redder aan boord van de zeilboot Duppy gebracht. Hij inspecteert de gezondheidstoestand van de 2 bemanningsleden. Ondanks de hoge mate van vermoeidheid en hoge leeftijd is er geen directe medische hulp nodig, maar de 2 opvarenden zouden gezien de slechte weersomstandigheden graag het schip verlaten.
Vanuit de heli wordt een duiker in de richting van de boot gebracht met een zogenaamde higline methode. Dit komt er op neer dat het helibemanningslid zo dicht mogelijk in de buurt van de boot blijft hangen en een zak met aan de onderkant een lang touw probeert dit op de zeilboot te brengen. Na diverse pogingen blijkt dit bij deze harde wind haast onmogelijk te zijn. In overleg met de Kustwacht (MRCC), de helibemanning en VBZR wordt besloten de pogingen te staken. Ook de twee opvarenden durven niet meer aan boord van de heli gehesen te worden bij deze ruwe zee met meters hoge golven.
De zeilboot wordt op sleep genomen. In overleg met de Kustwacht, mede gezien de zeer slechte weersomstandigheden en de toestand van de bemanningsleden van de zeilboot, vraagt de schipper van de reddingsboot preventieve bijstand van een ander hulpvaartuig. De Kustwacht die de situatie op zee juist heeft ingeschat en het berichten verkeer tussen de VBZR en de heli nauwgezet heeft gevolgd begrijpt de ernst van de situatie en neemt onmiddellijk maatregelen. Ze neemt contact op met het Marineschip Castor dat niet ver uit de buurt is en er zo kan zijn. De sleep neemt naar verwachting nog zeker anderhalf uur in beslag voor ze bij de haveningang van Blankenberge zijn, dus professionele ondersteuning in de nabijheid is van harte welkom. De heli vertrekt even later naar de thuisbasis.
Even later is de bemanning van de Castor ter plaatse en in overleg met de VBZR redders gaat het marineschip als golfbreker dienen. Het gaat er niet alleen om dat de golven worden gebroken, maar ook de wetenschap dat er direct professionele ondersteuning is mocht plots de situatie veranderen. De redders van de VBZR staan er anders ook maar alleen voor en als er dan een noodsituatie zou ontstaan duurt het mogelijk te lang voor de extra hulp ter plaatse kan zijn.
Als de haven van Blankenberge in zicht komt blijft het marineschip in de buurt, omdat het vaartuig vanwege de diepgang niet al te dicht bij de kust kan komen. Alles verloopt naar wens en om 17.30 uur kunnen de redders met de zeilboot de haven van Blankenberge binnen varen. De zeilboot met de naam Duppy kan veilig worden afgemeerd. Wederom heeft de goede samenwerking tussen de Kustwacht (MRCC), de helibemanning, de bemanning van marineschip Castor en de bemanning van de reddingsboot van de VBZR weer bewezen dat geen zee te hoog is om hun werk te kunnen doen. Communicatie is daarbij van levensbelang.