Op 3 november om 14.27 komt via het MRCC (Kustwacht) een dringende oproep binnen voor de VBZR. De motor sailor,, 2 master Kaper II zit bij boei 10 bij de muur van Zeebrugge volledig vast aan de grond. Als de redders ter plaatse komen zien ze dat de boot al voor 60% op het droge staat.
Een redder stapt van boord van de reddingsboot en waad door het water en merkt dat de boot op een afstand van enkele 10 tallen centimeters verwijderd is van een gat. Er wordt direct een anker uitgezet en daarmee wordt het schip strak getrokken en op zijn plaats gehouden. Wegtrekken is onmogelijk, dus er zit niets anders op dan te wachten op hoogwater. De redders besluiten op nader bericht van de schipper af te wachten.
Om 15.00 uur meldt de schipper dat de boot zo schuin hangt dat een stuk rotsblok mogelijk dwars door de romp zal gaan. Onmiddellijk brengen de redders bergingsmateriaal aan boord, zoals pompen en luchtzakken. Ter plaatse gekomen blijkt de boot volledig droog te liggen op de zijkant. Rondom worden fenders en autobanden gelegd om schade aan het schip te voorkomen. De redders vragen aan Port Control van de haven van Zeebrugge om schepen die de haven van Zeebrugge in- of uitvaren dit te doen met beperkte snelheid om grote golfslag te voorkomen. Tot slot brengt hoogwater uitkomt en kan het schip worden geborgen.